- Vrijdag 5 december 2008
Audrey noemt hij, is Zuid-Afrikaan, en heeft een werkvergunning voor 2 jaar. Ik heb een fantastisch land zegt hij, maar ontvlucht mijn land omwille van de "crime" (criminaliteit). Aan de balie in het hotel wist men geen blijf met onze fietsdozen, Audrey wel. Snel maakte hij ruimte vrij in zijn opslagplaats, we willen de fietsdozen nog gebruiken voor de terugvlucht binnen 11 weken. Ook hij nam een plakje chocolade met plezier in ontvangst. Later op de dag geeft hij ons een atlas van Nieuw-Zeeland in bruikleen maar, zegt hij: terugbrengen als jullie vertrekken.
Ik had het bij het uitpakken van onze fietsen nog niet opgemerkt, het spatbord van mijn fiets is aan de voorvork in twee. En het dekseltje in roestvrij staal, van ons kommetje, is geblutst net of het met een hamer bewerkt is.
Rond de middag vertrekken we met de fiets voor de eerste kilometers op Nieuw-Zeelandse bodem, richting luchthaven om een foto te nemen van Roy en nog wat info betreffende de omgeving. We durven nog niet naar de stad 20 km verder, we moeten nog wennen aan het verkeer. Als we een straat oversteken kijken we uit gewoonte eerst altijd links, maar hier komen de auto's van rechts. Onderweg merkt Rita een Foodstore op, deze is 7 op 7, 24 uur open; avondsluiting of zondagsrust kent deze zaak niet. In de namiddag zijn we fit genoeg om aan de pc ons eerste reisverslag door te sturen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten